Historie Bos van de Heilige Geest
Het Bos van de Heilige Geest is gelegen in een prachtig natuurgebied op Landgoed Baest. Om meer inzicht te krijgen in de geschiedenis van Landgoed Baest heeft de familie Van de Mortel in de vorige eeuw in samenspraak met de boeren en bewoners uit de omgeving de namen van de percelen op het landgoed vastgelegd. Zo ook van het bos in het zuid-westen van het landgoed dat reeds lang de naam Bos van de Heilige Geest droeg. Daar heeft de natuurbegraafplaats zijn naam aan ontleed.
De historie van de Natuurbegraafplaats Bos van de Heilige Geest is sterk verweven met eeuwenoude tradities en rituelen rondom begraven op Landgoed Baest. Zo hebben dicht bij de plek van de natuurbegraafplaats grafheuvels uit de Bronstijd gelegen.
Wat begraven zo bijzonder maakt, is dat het respect voor de overledene hand in hand gaat met het respect voor natuur en milieu.
Historie Landgoed Baest
Landgoed Baest heeft een rijke historie. De eerste gegevens over Landgoed Baest stammen uit de vroege middeleeuwen. In 1225 wordt Baest voor het eerst genoemd, zijnde een woud in bezit van de abdij van Berne.
Het landgoed ontstond uit een oude middeleeuwse nederzetting, de Baester Hoeven. In 1317 kwam het landgoed in bezit van de Abdij van Tongerlo. Na de kerkelijke herindeling komt het landgoed in 1559 in bezit van het Bisdom ’s-Hertogenbosch. Door de bezetting van ’s-Hertogenbosch in 1629 moeten alle kerk- en kloostergoederen worden verkocht aan particulieren.
Het landgoed is verschillende keren van eigenaar gewisseld voordat in 1774 Johannes Baptist van Bommel het landgoed kocht. Het landgoed bestond destijds uit een bescheiden omgracht herenhuis van twee bouwlagen, te midden van een parkbos met uitgebreid lanenstelsel, jonge bosaanplant en heidevelden Zijn schoonzoon, Paulus Emmanuel de la Court, heeft een groot aandeel gehad in de huidige verschijningsvorm van het landgoed.
Zo wist hij het landgoed in de eerste helft van de negentiende eeuw uit te breiden tot 400 hectare, liet hij drie langgevel-boerderijen bouwen en plantte veel bos aan. Ook zijn zoon, Leopold, had een hart voor natuur en landschapsinrichting en zette het werk van zijn vader voort. Hoe gek hij was op het landgoed, wordt geïllustreerd door een passage uit zijn testament waarin hij zijn vrouw en kinderen op het hart drukt om nooit toe te geven aan de wens van de hoevenaars om het bos om te zetten in cultuurland. ‘Laat u nooyt zoo gek praaten van de hoevenaars om meer weiden te hebben. Zij hebben er genoeg van als zij willen die in order houden en anders kan het hun niet baten’.
Eén van de laatste dochters van de la Court trouwde met J.H.J. van de Mortel. Zij verkregen bij erfenis Landgoed Baest.
Sindsdien is het landgoed in bezit van de familie van de Mortel. De familie van de Mortel zette het werk van de la Courts voort, door zich onder andere in te zetten voor het natuurlijke behoud van de Kleine Beerze en de grote Beerze, de beken die samenkomen op het landgoed. Daarnaast heeft de familie veel geïnvesteerd in de restauratie van de woningen en boerderijen op het landgoed. Ook het landschap in de directe omgeving van het landhuis is grondig aangepakt en getransformeerd tot een prachtige en klassieke kasteeltuin.